donderdag, mei 02, 2013

Crowdfunding voor een huis


Niet al te lang geleden plaatste journalist en schrijver Albert Heller een interessant voorstel voorstel op zijn blog. Een ware offer you can't refuse zo lijkt het. Maar ik doe toch niet mee. Laat ik gouden bergen liggen?

Het plan houdt in dat hij een huis wil kopen van 2 ton en daarvoor verkoopt hij 4.000 waardebonnen van 50 euro aan particulieren. Elke maand koopt Heller er 15 terug voor 60 euro, dat levert hem vaste maandlasten van 900 euro op, een nette maandlast voor een hypotheek van 2 ton. En wat een bofkonten zijn de waardebonhouders, ze krijgen 20% rente! Eenmalig.

Mijn eerste gedachte was ook, ik stap in voor, laten we zeggen, 1.000 euro. Dan verdien ik even 200 euro aan deze sympathieke jongeman.

Maar toen kwam het probleem. Als hij 15 waardebonnen per maand terugkoopt, dan is hij 4000/15=267 maanden bezig met terugkopen. Dat is ruim 22 jaar. Graag ontvang ik 20% rente, maar niet eenmalig over een looptijd van 22 jaar. Dat komt namelijk overeen met een jaarlijkse rente van 0,8%. Daar doe ik het niet voor, zeker gezien het feit dat de inflatie de afgelopen jaren tussen de 1 en 3% bungelde. Laten we voor het gemak stellen dat de komende 22 jaar de inflatie 1% zal zijn, dan is mijn uitgave van 1.000 euro nu over 22 jaar 1.244 euro waard. Mijnheer Heller betaalt mij 1.200 euro terug. Goed businessmodel Albert, je woont in een mooi huis en verdient ook nog minstens 44 euro. Want we gaan er maar vanuit dat de inflatie minstens 1% zal zijn. Bij een inflatie van 3% is 1.000 euro nu 1.916 euro over 22 jaar. Tel uit je 716 euro winst.

Maar nu ben ik niet helemaal eerlijk. Wie zegt dat ik pas over 22 jaar mijn inleg terugkrijg? Wel hier doet Heller aan een stukje leeftijdsdiscriminatie: "De oudste mensen betaal ik daarom het eerste. De jongste als laatste."  Ik ben met mijn 33 jaren ietsje ouder dan Albert Heller zelf. Aangezien ik vooral veel sympathiserende ouders, ooms, tantes en eventueel grootouders zie instappen, denk ik dat ik met mijn 33 jaartjes aan het eind van de keten zal zitten. En als ik niet aan het eind van de keten zit, dan is er wel een andere jongste deelnemer.

Stel nou, ik zou mijn 1.000 euro niet investeren in Hellers huis, maar ik zou het op een spaarrekening zetten, bij een bank (doe eens gek!). Volgens http://www.spaarrente.nl/ zijn de hoogste spaarrentes een kleine 2 %. Over 22 jaar ben ik 1.546 euro rijk. Het is mogelijk dat dat nog niet tegen de inflatie opbeukt, maar ik ben dan wel rijker dan wanneer ik Hellers huis financier. Deposito spaarvormen (en daar lijkt Hellers idee het meest op) geven tot 3,5% per jaar.

Albert Heller heeft zelf kennelijk ook gemerkt dat zijn idee niet voor iedereen gunstig werkt. Dat blijkt uit zijn post Harde Centen. Hij oppert dat de jongste inlegger 30% rente krijgt. Dan mag de jongste inlegger hopen dat de inflatie beperkt blijft en wel niet meer wordt dan zo'n 1,2%. Ik zal de jongste inlegger uit de droom helpen: ook dat gaat niet lukken. De diepere motivatie van Heller is dat hij tegen megawinsten bij banken is. Aha, de banken hebben het gedaan! Maar hierboven heb ik zojuist aangetoond dat de banken, mij als investeerder beter bedienen dan Heller zijn jongste investeerder bedient. Het is Heller die zijn jongste investeerder, vermoedelijk onbedoeld, geld aftroggelt met de belofte van gouden bergen. Maar de jongste investeerder is beter af bij een bank.

Goed, de investering is dus niet zoveel waard. Laten we nu eens kijken naar de hypotheek. Heeft Heller een gunstige hypotheek ter waarde van 2 ton als zijn maandlasten maar 900 euro zijn? De Hypotheker helpt ons uit de brand. Heller is 29, om een hypotheek van 2 ton te krijgen, moet hij een bruto jaarinkomen hebben van minimaal 42.678 euro, hij wil in 22 jaar aflossen. Zijn netto maandlasten komen dan op 948 euro oplopend tot 1.226 euro, omdat bij een annuiteitenhypotheek de hypotheekrente afneemt en dus ook de aftrek daarvan. Dus ja, Albert Heller heeft zich een gunstiger hypotheek bedacht dan dat een bank kan geven. Hij en degenen die in de eerste 5 jaar terugbetaald krijgen zitten op rozen. De jongste investeerder is de klos. En aangezien het aantal investeerders eindig en aftelbaar is, is er altijd een jongste.

In zijn jongste post We gaan het doen, wordt duidelijk dat Heller een systeem wil opzetten van 4000 mensen die anderen willen helpen aan een hypotheek waarin vooral wordt afgelost en minder rente wordt betaald. We hebben al gezien dat dat een oninteressante investering oplevert. Maar Heller lokt zichzelf in de val. Want hoe heet ook alweer een systeem waar meerdere mensen investeren ten einde daar wat aan te verdienen. Een systeem dat bovendien kredieten verstrekt aan mensen die een huis willen kopen? Zo'n systeem heet een bank.

Aan de AHHB (Albert Heller HypotheekBank) wil ik best mijn geld toevertrouwen tegen een eenmalige rente van 20%, want Heller lijkt me een integere jongen. Maar dit doe ik alleen als mijn inleg jaarlijks wordt gecorrigeerd voor de inflatie. En ik vraag me af hoelang de AHHB dat gaat volhouden.

dinsdag, oktober 16, 2012

strava

woensdag, mei 02, 2012

Een semantische kwestie

Laatst brak ik mijn hoofd. Dat ging over de betekenis van de uitdrukking "een semantische kwestie". Mooi om te filosoferen over de betekenis van semantiek, want wikipedia belooft dat semantiek betekent: een wetenschap die zich bezighoudt met de betekenis van symbolen, waarbij het in het bijzonder de bouwstenen van natuurlijke talen die voor de communicatie dienen ofwel woorden en zinnen betreft. Oftewel: de betekenisleer achter het woord semantiek is hetzelfde als de semantiek van semantioek of de betekenis van betekenis. Mijn proefschrift "Over semantiek, een betekenisvolle duiding van de betekenis achter de semantiek van de semantiek der betekenis" laat nog even op zich wachten. Nu richt ik mijn pijlen op de veelgehoorde uitdrukking: "Dat is een semantische kwestie". Deze hoor je te pas en te onpas, maar wat wil de spreker ermee zeggen? Of beter, wat wil hij betekenen? Dure woorden voor "het is maar hoe je het noemt"? Ja dat zeg je natuurlijk niet in je VN-artikel, want VN is een betekenisvol (maar dan weer niet semantisch) blad, net als De lexicaal-semantische methode (p.97, 4e regel). Dan zeg je het niet zoals je het zegt, dan heb je een semantische kwestie.

vrijdag, november 12, 2010

Travel buddy











vrijdag, oktober 30, 2009

Kanaleneiland Noord-Noord

Op zondagmiddag vond in de moskee aan het Attleeplatsoen een bijeenkomst van de huurdersvereniging Kanalenieland Noord-Noord plaats. Het was een informatieve bijeenkomst over de plannnen van de gemeente met onze wijk (het gedeelte tussen de Trumanlaan, Attleeplantsoen, Van Heuven Goedhartlaan en de Rooseveltlaan). De gemeente en Mitros willen graag slopen, maar de huurdersvereniging lijkt daarop tegen te zijn. In ieder geval willen ze een woonwensonderzoek met daarin 4 opties:

  1. Niets doen

  2. Lichte renovatie met behoud huurcontract

  3. Grondige renovatie: dubbel glas, cv en lift

  4. Sloop


In de handen hebben zij genomen Kees van Oosten als jurist. Kees van Oosten is een sociaal bewogen man met enige juridische kennis. Hij noemt zich juridisch adviseur of jurist. Hij is bekend van rechtzaken tegen de gemeente Utrecht. Desnoods laat hij het oplopen tot de Raad van State. Een enkele keer wint hij een zaak, voor de rest van de zaken weet hij hooguit tijd te rekken. In een interview noemde hij zichzelf onlangs het geweten van Utrecht.

Kees van Oosten hield een verhaal over de juridische kant van de zaak. Hij vertelde dat een gemeente en een woningbouwvereniging pas bewoners mogen verzoeken te vertrekken als aan de volgende eisen is voldaan:

  1. Dringend eigen gebruik

  2. Bestemmingsplan met koopwoningen

  3. Nog een derde die is me ontgaan


Onder dringend eigen gebruik noemde hij het feit dat de woningen zo slecht waren geworden dat ze grondig gerenoveerd of vervangen moesten worden. Volgens Kees van Oosten verkeren de flats nog in bouwkundig goede staat, want in het centrum en rond Wilhelminapark staan huizen van 200 jaar oud. "Hoe kan het dan dat deze woningen van 40 jaar oud nu opeens gesloopt moeten worden?" aldus Van Oosten.

Hij begon zijn verhaal met een politiek statement, namelijk dat de gemeente graag de hoeveelheid sociale huur naar beneden wil brengen (van 46% van het totale woningaanbod naar 30%) en dat de gemeente geen concentratie van sociale huur met de daarbij behorende problematiek (groepering van minderheden en minima op een kleine kluit) meer wil. Dit laatste is het zogenaamde spreidingsbeleid. Hij waarschuwde de aanwezigen dat als deze trend doorgaat dat onze kinderen niet 6 jaar, maar 10 jaar zullen moeten wachten op een sociale huurwoning. Woorden als "jullie hebben recht op sociale huur" kwamen regelmatig uit zijn mond.

berichten hierover zet ik voort op K-NN

Labels: , ,

maandag, juli 28, 2008

Einde studie

Woohoo! Het einde is dichtbij. Na 9,5 jaar lanterfanten en denken dat ik het niet kan en een half jaar keihard werken heb ik vanmiddag mijn laatste opdracht ingeleverd. Ik ben nog niet zeker of het helemaal goedgekeurd wordt of dat ik er (nog) wat aan moet verbeteren, maar bijna is mijn studie klaar. De aanvraag dat men mij op 3 september een bul overhandige, is al een maand geleden de deur uit. Het is prettig om te beseffen dat dit binnen 10 jaar toch gebeurd is.

Binnenkort is mijn titel BaSc. Ik geloof dat ik mezelf dan wiskundige mag noemen.

De afgelopen maanden heb ik me beziggehouden met een verslag over iteratieve methoden om een matrixvectorvergelijking op te lossen. Geen kinderspel! Niet voor kleine jongens! Ik ben er namelijk al drie jaar mee bezig en het vak bestaat uit programmeren, numerieke wiskunde en Lineaire Algebra (Ax=b) met A een n bij n matrix en b en x vectoren van lengte n. Zo'n vermenigvuldiging is vrij eenvoudig uit te rekenen, het is alleen wat lastiger om x op te lossen. Ja OK, bereken de inverse A^-1, maar dat ga je nog wel redden voor n=5 hooguit, voor grotere n laat je het Mathematica doen, maar voor n>100 is daar ook de lol gauw van af. Het model waarmee we werken in dit verslag heeft n oplopend tot 9 miljoen. De iteratieve methoden heb ik in de voor mij bij aanvang van het vak nog onbekende taal C geschreven.

Voor wie meer wil weten:
Lineaire ALgebra
C
Numerieke Wiskunde

Ik heb besloten me op het programmeren nu wat meer te gaan richten, want in de wiskundige praktijk en met name het modelleren is programmeerwerk onontbeerlijk. Als ik daar dus ooit iets mee wil kunnen, moet ik kunnen programmeren, dus ik ga de basic howto's van C eens afstruinen. Ik ben namelijk ook al in een sollicitatieprocedure verwikkeld, waar ze van me verwachten dat ik een buitengewone interesse in programmeren en ICT heb. Ik ben dus benieuwd of ik het leuk ga vinden!

Naast dat verslag heb ik ook nog het vak Discrete modellen in de toegepaste wiskunde gevolgd. Dat gebeurde in een college van Wilberd van der Kallen. Een briljant docent die niet alleen heel goed is in het herkauwen wat er in het boek staat. Binnen het Mathematisch Instituut is hij ook een bijzondere persoonlijkheid. Toen hij heeft besloten mij voor het eerste deeltentamen een 9 en voor het tweede deeltentamen een 10 te geven, heb ik besloten vriendschap voor het leven met hem te sluiten.

Discrete wiskunde is een andere tak van sport dan de continue wiskunde. De meeste functies zoals f(x)=2x zijn continu omdat, simpel gezegd, wanneer de originelen dicht bij elkaar liggen, ook de beelden dat doen. Een wiskundige graaf is de verbinding van een aftelbaar aantal toestanden via een aftelbaar aantal overgangen. Elke toestand verschilt van de anderen en geen enkele toestand loopt geleidelijk in de ander over, je bent in een graaf in de ene óf in de andere toestand. Dat is discrete wiskunde. Een voorbeeld: twee mensen spelen Russisch roulette, speler A begint, draait en schiet. De startsituatie is dat speler A en speler B nog leven. Nadat A geschoten heeft, kunnen we in één van de twee volgende situaties komen: A en B leven en B is aan de beurt of A is dood en B hoeft niet meer, want hij heeft gewonnen. Nadat B aan de beurt is geweest kunnen we weer in twee situaties terecht komen, namelijk B dood of A weer aan de beurt. Dit gaat zo door tot één van beiden het loodje legt. Dit spel kan in een Markovproces beschreven worden, waarna we er berekeningen aan kunnen doen, zo blijkt de kans dat A, de speler die begint, een kans van 6/11 heeft om te verliezen, aangenomen dat de revolver 6 kamers heeft. Dus wie ooit zin heeft in een potje Russisch roulette doet er verstandig aan galant te zijn en de andere partij te laten beginnen.

Een onschuldige versie speel je hier: KLIK

Ook heb ik een kleine scriptie geschreven naar aanleiding van een publicatie in het wetenschappelijk tijdschrift Chaos, Solitons and Fractals. Mijn conclusie was dat deze publicatie nooit had mogen gepubliceerd worden. Het betreft de publicatie Allee effect in a prey–predator system van Despina Hadjiavgousti en Simos Ichtiaroglou. Ze beschreven in een model (model niet gefundeerd) een systeem met een predator en een prooi. De prooi is onderhevig aan het Allee-effect wat inhoudt dat het in kleine dichtheid minder kans heeft zich voort te planten. Voor de prooi is het nodig dat ze boven een minimale overleefbare populatie, a, blijven, daaronder sterven ze uit. De predator heeft geen last van dit effect, wel eet hij prooien op met snelheid b. Het variëren van a en b levert verschillende dynamica op. Daarvan hebben Hadjiavgousti en Ichtiaroglou geen bifurcatiediagram gegeven, maar voor a=0,3 en voor a=0,6 hebben ze een veel te karig en eigenlijk zelfs een beetje foutief beeld gegeven. Dat bifurcatiediagram heb ik gemaakt en de fout heb ik eruit gehaald. Zij beweerden namelijk dat er sprake was van een zadel-spiraalbifurcatie. Deze bifurcatie bestaat hoegenaamd niet. Een spiraalpunt kan ontstaan doordat een knooppunt in een spiraalpunt verandert, maar niet tegelijk met een zadelpunt! Daar is geen plek voor. Wat er daadwerkelijk gebeurde is dat er een zadel-knoopbifurcatie plaatsvond en het knooppunt veranderde vrij snel in een spiraalpunt. Er was dus wel degelijk een knooppunt, al was het op een klein gebiedje in de parameterruimte. Ik ben ervoor geslaagd met een 7 en dat is een mooi cijfer.

Ik heb een pdf van zowel het verslag over de iteratieve oplosmethoden als van mijn kleine scriptie. De geïnteresseerde zal mij erom vragen.

zaterdag, december 08, 2007

Krachttraining

Vandaag heb ik de lompste krachttraining ooit gedaan. Na een aantal maanden stilzitten heb ik mijn geliefde Bianchi Thron (zie eerdere post) weer eens van stal gehaald en heb een rondje gereden. De windkracht lag ronde de 5 met heftige vlagen tussendoor. Ik besloot te beginnen met recht tegen die wind in te rijden. Vanuit mijn huis stak ik de A2 over en reed via De Meern en Harmelen naar Woerden. Slechts een korte stonde hoefde ik het landschap in mij op te nemen, want ik wist dat het komende uur daar weinig verandering in zou komen. De polders van het Groene Hart zijn mooi, maar allemaal hetzelfde. Ze lenen zich er erg goed voor om doorheen te fietsen. Al snel merkte ik dat ik de teller niet lang op de 30 kon houden en ik nam genoemen met 28 km per uur. O, zoete illusie. Al snel liepen mijn benen vol zuur, maar het verbijten van die pijn is een essentieel onderdeel van het wielrennen. Ook besloot ik de wind die in haar zuchten hard om mijn oren joeg buiten mijn hoofd te laten. Ik zou niet mentaal breken vanwege de tegenwind! En zo kachelde ik vrolijk van dorpje naar dorpje. Vlak voor Woerden kan je als fietser linksaf en een route langs het spoor volgen. Deze weg liep recht op de oorsprong van de wind af. Dus voor het eerst had ik hem vol tegen. Dat was een raar gevoel, want ik had de hele tijd al het idee dat ik hem vol tegen had. Ik besloot dat ik een route ging nemen die me bij de Lek bracht, want op de Lekdijk, zo beredeneerde ik, zou ik tot in Nieuwegein wind mee hebben. Tussen Woerden en de Lek liggen onder andere de weg tussen Linschoten en Snelrewaard en het weggetje van Oudewater naar Polsbroek. Bood het eerste me nog uitzicht op de schone wonderen der natuur (het lommerijke weggetje slingert langs een alleraardigst watertje), het tweede bracht mij in de hel. De wind woei hard em benaderde mij schuin van voren. Er was geen boom te bekennen die het krachtenspel der natuur tegenhield. Gelukkig kwam al gauw de Lekdijk in zicht en ik had het waaien der winden gelaten over mij heen laten komen. De laatste kilometer perste ik er nog een sprintje uit, om te vieren dat het einde van de tegenwind in zicht was. Ik benaderde zowaar de 30 per uur weer eens.

Toen reed ik opeens langs de Lek en al wat mij eerder kwelde, was weg! Totdat ...

De Lekdijk is kronkelig, want de Lek kronkelt. Bittere elende voelde ik toen bleek dat ik na een bochtje pal naar het zuiden reed, terwijl ik veronderstelde dat mijn koers oostwaarts was. Iets knakte in mij en mijn zondige aard kwam boven. Ik schold luidop op alle bekende natuurkrachten. De teller kwam hierendaar niet boven de 22, mijn benen waren zuur, mijn tenen koud en in mijn hoofd stormde het. Had ik me dan toch nog laten inpakken.

Gelukkig kwam er na een paar kilometer een bochtje naar links en reed ik recht op de Lekbrug bij Vianen. Traditie en mijn autisme zorgden ervoor dat ik die even op en neer reed. Vooral op was ronduit lastig, want niet alleen was de koers pal zuid (waar de wind vandaan kwam) we reden ook nog omhoog. En de Lekbrug gaat lang omhoog! Eenmaal terug aan de noordkant van de Lek, was het lekker uitrijden in noordelijke richting tussen de bomen door en langs het Merwedekanaal.

Eenmaal onder een warme douche besefte ik weer hoe mooi de schepping is.

De route:


Afstand: ca 64 km
Gemiddelde: doet er even niet toe.